Auteursrecht
@sgl49
Op grond van de WET van 23 september 1912, houdende nieuwe regeling van het auteursrecht, Artikel 1, inhoudende:
"het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld"
en Artikel 10, inhoudende:
"1. Onder werken van letterkunde, wetenschap of kunst verstaat deze wet:
1°. boeken, brochures, nieuwsbladen, tijdschriften en alle andere geschriften;
enz, enz.
heeft mijn advocaat mij geadviseerd om de 'letterlijk' geplaatste brieven / e-mail(s) van PON te verwijderen. Onder alle andere geschriften vallen namelijk brieven, e-mails, ansichtkaarten, enz., enz.
Bovenstaande lijkt mij duidelijk genoeg en op grond van het bovenstaande respecteer ik de zienswijze van PON en het advies van de advocaat. Ik zal de brief / e-mail dan ook niet doorsturen omdat in formele zin er eerst toestemming van de auteur (PON) dient te zijn alvorens ik deze mag verspreiden.
Daarnaast zie ik ook het nut en noodzaak niet in om hem überhaupt door te sturen omdat ik niet de reden weet waarom je de brief / e-mail zou willen ontvangen.
Ook zie ik verder niet wat je zou kunnen bijdragen om alle e-mail correspondentie, aantekeningen van telefoongesprekken e.d. door te lezen om een oordeel te kunnen vormen als een advocaat zich hier al over gebogen heeft en mij een advies heeft gegeven aan de hand van de auteurswet.