Sinds de vroege jaren '80 heb ik elke
nieuw afgeleverde auto (10 stuks in totaal, waarvan 7 "van de zaak" en 3 privé) steeds op dezelfde manier behandeld:
- Direct bij de dealer vandaan vertrekken (óf de volgende ochtend indien de aflevering pas 's middags plaatsvond), heel rustig rijdend (max. 80, maar wel met wisselende snelheden) tot de motor door en door warm is. Toen er nog geen olietemperatuur werd aangegeven hield ik daarvoor gewoon een minimale afstand van zo'n 40-50 kilometer aan; naderhand was 80 graden C de minimumnorm.
- Alsdan de snelheid geleidelijk opvoeren, maar nog steeds variërend tussen 90 en 110 - eenmaal in Duitsland kon het naar 100-120 (toen het maximum in NL nog 24/7 op 100 stond). Dit volhouden tot ik moe begon te worden, meestal zat ik dan ergens bij Mannheim of Stuttgart; tijd voor een hotelletje.
- De volgende ochtend op Bundesstrassen weer richting NL, rustig warmrijden volgens stap 1.
- Dan de Autobahn op, snelheid geleidelijk opvoeren tot zo hard alstie maar wil... en dan variëren tot de NL grens in zicht komt.
- Terug in NL weer in rustig tempo conform Vmax naar huis.
Afhankelijk van hoever ik was toen ik slaap kreeg had ik dan in 2 dagen zo'n 1200 km gereden. Resultaat voor alle betreffende auto's was dat er tussen de beurten nooit een druppel olie bij hoefde, terwijl ze stuk voor stuk wel gingen als de brandweer. En dat gold voor zowel de VAG-auto's (Audi's, VW's, Skoda's) als de beide Twingo's van mijn vrouw die elk 10 jaar dienst hebben gedaan.
Het was even een investering (vooral in tijd - met de dienstauto's plande ik altijd een kort klantenbezoek in Ludwigshafen in
, daarmee was het een zakenreis geworden)...